Van 0 tot 3 maanden

De eerste drie maanden van het leven van je kindje, bestaan niet zozeer uit spelen, als wel uit contact maken. Je baby vindt het fijn om je gezicht in zijn nabijheid te voelen. Je kindje houdt van het geluid van je stem, vertel hem of haar dus verhaaltjes, zing wiegeliedjes of verzin lieve rijmpjes. Vanaf de tweede maand gaat je kindje al wat meer herkennen en wil het oogcontact maken. Je kan vanaf dat moment voorzichtig gekke gezichten gaan trekken, om je baby aan het lachen te maken. Speelgoed met vrolijke kleuren trekken de aandacht, maar je kindje is vooral gericht op geur en geluid. Kijkt je kindje weg, dan is het even genoeg geweest.

4 tot 6 maanden oud

In deze periode is lichamelijk contact nog steeds het belangrijkste wat er is. Zachtjes kietelen is een leuke manier om te spelen. In de vierde maand krijgt je baby steeds meer interesse in vrolijk gekleurde speeltjes met bijvoorbeeld belletjes, rammeltjes of kraakgeluidjes. Zo lang je het speelgoed rustig beweegt en niet te ver weg houdt van het gezicht, ongeveer op 30 cm, stimuleer je de hersenen van je baby. Verder blijft praten en zingen in deze periode erg belangrijk. Vanaf de zesde maand gaat je kindje steeds beter reageren op je stem. Bovendien wordt je baby zich bewust van zijn handen en voeten. Spelletjes of liedjes waarbij je de handjes en voetjes betrekt, vindt je kindje extra leuk. De baby leert te in deze periode om te grijpen en te proeven.

7, 8 en 9 maanden

In de zevende maand kun je beginnen met kiekeboe spelletjes. In de zevende en achtste maand kan je kindje het ook dolle pret hebben over die gekke baby in de spiegel. Je baby geniet ervan dat jij zijn geluidjes en bewegingen imiteert. In deze periode kun je ook beginnen met plaatjes boekjes en ‘doe-liedjes’. Dat zijn liedjes waar gebaren bij horen, zoals ‘klap eens in je handjes’ en ‘een spinnetje, een spinnetje, die zocht een klein vriendinnetje’. Je kindje giert het uit van de spannende pret.

10, 11 en 12 maanden oud

Je baby krijgt steeds meer interesse voor taal. Het is daarom belangrijk dat je veel met je kindje praat. Benoem plaatjes in boekjes en verzin er leuke verhaaltjes bij. Of nog leuker, laat foto’s zien van het gezin en opa’s en oma’s. Vanaf ongeveer de elfde maand gaat je kindje jou nadoen. Je kindje wil staan en springen op schoot. Het verzint zelf spelletjes, blokjes stapelen en omgooien, spulletjes ergens in stoppen, als je goed oplet, zie je vanzelf wat je kindje leuk vindt om te doen.

 Auteur: Sanne van der Rijt